• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

"Leven in gemeenschap zou orde en vruchtbaarheid missen zonder de aanwezigheid van mensen met gezag bekleed, die het behoud van de instellingen waarborgen en die in voldoende mate zorgen voor het algemeen welzijn". H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 46

"Gezag" betekent die kwaliteit waardoor personen of instellingen wetten uitvaardigen en opdrachten geven aan mensen, van wie zij gehoorzaamheid verwachten.

Elke menselijke gemeenschap heeft een gezag nodig dat haar bestuurt. Vgl. Paus Leo XIII, Encycliek, Over de oorsprong van de burgerlijke macht, Diuturnum illud (29 juni 1881) Vgl. Paus Leo XIII, Encycliek, Het onvergankelijk werk van den barmhartigen God - Over de christelijke staatsinrichting, Immortale Dei (1 nov 1885) Het is geworteld in de menselijke natuur. Het is noodzakelijk voor de eenheid van "de staat". De rol van het gezag bestaat erin zoveel mogelijk het algemeen welzijn van de gemeenschap te verzekeren.

Het gezag dat door de morele orde vereist wordt, komt van God. "Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagdragers die boven hem staan. Want er is geen ander gezag dan dat van God. Ook het bestaande gezag is door God ingesteld. Wie zich dus verzet tegen het gezag, verzet zich tegen Gods verordening, en wie dit doen, roepen een vonnis over zich af" (Rom. 13, 1-2).

De plicht van gehoorzaamheid draagt allen op de verschuldigde eer te betuigen aan het gezag en de personen die het uitoefenen, te omringen met respect en - al naargelang hun verdienste - met dankbaarheid en welwillendheid.

Van de hand van de heilige Paus Clemens van Rome is de oudste gebedstekst van de kerk voor de politieke leiders bekend: Vgl. 1 Tim. 2, 12

"Heer, geef hun gezondheid, vrede, eendracht en rust, opdat ze de door U gegeven macht onberispelijk uitvoeren. Heer, Gij, de hemelse koning der eeuwen, geef de mensenkinderen luister, eer en macht over al wat op aarde bestaat; Gij, Heer, leid hun plannen naar wat schoon en welgevallig is voor U, opdat ze in vrede en nederigheid de door U gegeven macht toegewijd uitoefenen en zo uw genade deelachtig worden". H. Paus Clemens Romanus, Aan de Korintiërs, I Clemens - Ad Corinthios. 61,1-2

Terwijl het gezag als zodanig een verwijzing inhoudt naar een door God vastgestelde orde, "moet toch de nadere bepaling van de bestuursvorm en het aanwijzen van de bestuurders aan de vrije wil van de burgers overgelaten worden". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 74. § 3

Verscheidenheid van politieke bestuursvormen is moreel toelaatbaar, voorzover zij het algemeen welzijn van de gemeenschap dienen. Bestuursvormen die indruisen tegen de natuurwet, de openbare orde en de fundamentele mensenrechten, kunnen niet het algemeen welzijn dienen van die volkeren waaraan ze zich opgedrongen hebben.

Het gezag ontleent zijn morele wettigheid niet aan zichzelf. Het mag zich niet op een heerszuchtige manier gedragen, maar moet voor het algemeen welzijn werken als "een morele kracht, die steunt op vrijheid en op het bewustzijn van de plicht en van de last die het op zich genomen heeft". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 74. § 2

Een menselijke wet beantwoordt slechts aan het begrip van een wet, voorzover ze in overeenstemming is met de juiste rede; hieruit blijkt dat ze afgeleid is van de eeuwige wet. In zover ze echter afwijkt van de rede, moet ze een ongerechte wet genoemd worden; en in dat geval beantwoordt ze niet aan het begrip van een wet, maar eerder aan dat van een of ander geweld. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I-II,93,3 ad 2

Gezag wordt slechts wettig uitgeoefend, indien het streeft naar het algemeen welzijn van de betreffende groep en indien het hierbij middelen aanwendt die moreel toelaatbaar zijn. Zouden de leiders onrechtvaardige wetten uitvaardigen of maatregelen treffen die indruisen tegen de morele orde, dan kunnen deze beschikkingen het geweten niet verplichten. "In dat geval stort het gezag zelf geheel in elkaar: het ontaardt in onderdrukking". H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 51

"Het is wenselijk dat elk gezag in evenwicht wordt gehouden door andere machten en bevoegdheden, die het binnen de juiste perken houden. Dit is het principe van de 'Rechtsstaat', waarin het hoogste gezag toekomt aan de wet en niet aan menselijke willekeur". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 44

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test