
15 augustus 1997
Het boetesacrament is, zoals alle sacramenten, een liturgische handeling. Gewoonlijk bevat de viering de volgende elementen: de priester begroet en zegent de boeteling, hij leest het woord van God om het geweten te verlichten en het berouw op te wekken en spoort hem aan tot berouw; de boeteling erkent en belijdt zijn zonden ten overstaan van de priester; de priester legt de penitentie op die door de boeteling ook wordt aanvaard; de priester geeft de absolutie en tenslotte volgen de lofprijzing, dankzegging en de wegzending met de zegen van de priester.
De Byzantijnse liturgie kent verschillende absolutieformules in de vorm van een afsmeking, die het mysterie van de vergeving uitstekend verwoorden: "Moge God, die aan David, nadat deze zijn zonden had beleden, vergiffenis schonk door de profeet Natan, evenals aan Petrus, toen deze bitter geweend had, en aan de zondares, toen zij met haar tranen Zijn voeten had nat gemaakt, en aan de tollenaar en aan de verloren zoon, moge deze God u door mij, zondaar, in dit leven en in het andere vergiffenis schenken; Hij moge u voor zijn geduchte rechterstoel laten verschijnen zonder u te veroordelen, Hij die gezegend is in de eeuwen der eeuwen. Amen." Byzantijnse Liturgie, Euchologia to mèga, Absolutieformule
Het Boetesacrament kan ook plaatsvinden in het kader van een gemeenschappelijke viering, waarin men zich samen voorbereidt op de Biecht en samen dank zegt voor de verkregen vergiffenis. In dit geval wordt de persoonlijke belijdenis en de individuele absolutie ingebed in een Liturgie van het Woord van God, met lezingen en homilie, een gezamenlijk gewetensonderzoek, een gemeenschappelijke vraag om vergeving, het bidden van het Onze Vader en een gezamenlijke dankzegging. Deze viering in gemeenschap brengt het kerkelijk karakter van het Boetesacrament duidelijker tot uitdrukking. Hoe men het Boetesacrament echter ook viert, naar zijn eigen aard is het altijd een liturgische handeling, dus kerkelijk en openbaar. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 26-27
In gevallen van ernstige noodzaak kan men zijn toevlucht nemen tot een gemeenschappelijke viering van de verzoening met algemene belijdenis en absolutie. Zo'n ernstige noodzaak kan zich voordoen in geval van stervensgevaar zonder dat er genoeg tijd beschikbaar is voor de priester(s) om van elke boeteling de biecht te horen. Ernstige noodzaak kan ook bestaan wanneer met het oog op het aantal boetelingen niet genoeg biechtvaders beschikbaar zijn om binnen redelijke tijd en op passende wijze ieders persoonlijke biecht te kunnen horen, zodat deze boetelingen buiten hun schuld lange tijd verstoken zouden blijven van de genade van dit sacrament of van de heilige communie. In dit geval is het voor de geldigheid van de absolutie nodig dat de gelovigen het voornemen maken op de gepaste tijd hun zware zonden individueel te belijden. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 962. § 1 Het komt aan de plaatselijke bisschop toe te oordelen of de vereiste voorwaarden voor de algemene absolutie bestaan. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 961. § 2 Van een dergelijke ernstige noodzaak is geen sprake bij een grote toeloop van gelovigen bij een groot feest of een bedevaart. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 961. § 1
"De persoonlijke en volledige belijdenis en absolutie blijven de enige gewone manier waarop de gelovigen zich met God en de Kerk verzoenen, tenzij deze vorm fysiek of moreel onmogelijk is". Congregatie voor de Riten, Ordo van het Sacrament van Boete en Verzoening, Ordo Paenitentiae (2 dec 1973), 31. vert. Orde van dienst voor boete en verzoening (NL) blz. 23; Orde van Dienst voor de Boeteliturgie (B), 14 Voor deze regel bestaan grondige redenen. Christus is in elk Sacrament handelend aanwezig. Hij richt zich persoonlijk tot elk van de zondaars: "Mijn zoon, uw zonden zijn u vergeven" (Mc. 2, 5); Hij is de geneesheer die zich buigt over elke zieke die Hem nodig heeft Vgl. Mc. 2, 17 om te genezen; Hij doet allen weer opstaan en neemt hen weer op in de broederlijke gemeenschap. De persoonlijke biecht is dus de meest betekenisvolle vorm van de verzoening met God en de Kerk.