De liturgie is het werk van de hele Christus, hoofd en lichaam. Onze Hogepriester viert die zonder ophouden in de hemelse liturgie, samen met de heilige Moeder van God, de apostelen, alle heiligen en de menigte mensen die reeds het Koninkrijk zijn binnengegaan.
In een liturgische viering is heel de verzamelde gemeenschap "liturg". ieder volgens zijn eigen functie. Het gemeenschappelijk priesterschap krachtens het Doopsel is eigen aan heel het lichaam van Christus. Bepaalde gelovigen echter worden door het Sacrament van de Wijding aangesteld om Christus te vertegenwoordigen als hoofd van het lichaam.
De liturgische viering bevat tekens en symbolen die verwijzen naar de schepping (licht, water, vuur), naar het menselijk leven (wassen, zalven, het brood breken) en naar de heilsgeschiedenis (de paasriten). Ingevoegd in de wereld van het geloof en vervuld van de kracht van de heilige Geest worden deze kosmische elementen, deze menselijke riten en deze gedachtenisviering aan Gods ingrijpen nu dragers van het verlossend en heiligmakend handelen van Christus.
De liturgie van het woord is een integrerend bestanddeel van de viering. De zin van de viering wordt uitgedrukt door het verkondigde woord van God en door het geloofsantwoord dat er op volgt.
De zang en de muziek zijn nauw verbonden met de liturgische handeling. De criteria voor een goed gebruik ervan zijn: de expressieve schoonheid van het gebed, de eensgezinde deelname van de verzamelde gemeenschap en het gewijde karakter van de viering.
De beeltenissen die zich in onze kerken en huizen bevinden zijn bestemd om ons geloof in het Christusmysterie op te wekken en te voeden. In de icoon van Christus en van zijn heilsdaden aanbidden wij Hemzelf. In de beelden van de heilige Moeder van God, van de engelen en heiligen, vereren wij de personen die ze voorstellen.
Door op vastgestelde dagen van het liturgisch jaar de heiligen te gedenken, in de eerste plaats de heilige Moeder van God, vervolgens de apostelen, martelaren en andere heiligen, laat de Kerk zien dat zij hier op aarde reeds verenigd is met de hemelse liturgie; zij verheerlijkt Christus omdat Hij zijn heil voltrokken heeft in zijn verheerlijkte ledematen; hun voorbeeld spoort haar aan op haar weg naar de Vader.
De gelovigen die het getijdengebed vieren, verenigen zich met Christus, onze hogepriester, door het psalmgebed, de overweging van het woord van God, door lofzangen en zegeningen, om verbonden te zijn met het onophoudelijk en allesomvattend gebed, waarmee Hij de Vader verheerlijkt en de gave van de heilige Geest over de hele wereld afsmeekt.
Christus is de ware tempel van God, "de plaats waar zijn heerlijkheid verblijft"; door Gods genade worden de Christenen ook tempels van de heilige Geest, levende stenen waarmee de Kerk opgebouwd wordt.
De Kerk op aarde heeft plaatsen nodig waar de gemeenschap zich kan verzamelen: onze zichtbare kerkgebouwen, heilige plaatsen, beeld van de heilige stad, het hemelse Jeruzalem waarnaar wij als pelgrims onderweg zijn.
In deze kerkgebouwen viert de Kerk haar openbare eredienst tot heerlijkheid van de heilige Drie-eenheid; hier beluistert zij het woord van God en zingt zij haar lof, hier doet zij haar gebed opstijgen, draagt zij het offer van Christus op, die op sacramentele wijze te midden van de samengekomen gemeenschap aanwezig is. Deze kerken zijn ook plaatsen van ingetogenheid en persoonlijk gebed.