15 augustus 1997
Het altaar van het Nieuwe Verbond is het kruis van de Heer, Vgl. Heb. 13, 10 waaraan de sacramenten van het Paasmysterie ontspringen. Op het altaar, dat het centrum van de kerk is, wordt onder sacramentele tekenen het kruisoffer tegenwoordig gesteld. Het is ook de tafel des Heren, waaraan het Volk van God wordt uitgenodigd. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 259 In bepaalde oosterse liturgieën is het altaar ook het symbool van het graf (Christus is waarlijk gestorven en waarlijk verrezen).
Het tabernakel moet "op een zeer waardige plaats en met de grootste eerbied in de kerken bewaard worden". H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965), 66. vert. uit Lat. De waardigheid, wijze van opstelling en veiligheid van het eucharistisch tabernakel 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 128. vert. uit Lat. moeten de aanbidding van de Heer, die werkelijk aanwezig is in het heilig Sacrament van het altaar, bevorderen.De zalving met het heilig chrisma (myron) is het sacramentele teken van het zegel van de gave van de heilige Geest. Het chrisma wordt traditiegetrouw bewaard en vereerd op een veilige plaats in het heiligdom. Men kan er de olie voor de geloofsleerlingen en die voor de zieken bij plaatsen.
De zetel van de bisschop (cathedra) of die van de priester "moet de functie uitdrukken van degene die de vergadering van de gelovigen voorzit en het gebed leidt". Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 271. vert. Altaarmissaal (NL) 91; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 48De ambo: "De waardigheid van het woord van God vereist dat er in de kerk een geschikte plaats is vanwaar dit verkondigd wordt en waarheen de aandacht van de gelovigen tijdens de Liturgie van het Woord vanzelf uitgaat". Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 272. vert. Altaarmissaal (NL) 92; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 49
De verzameling van het Volk van God begint met het Doopsel; de kerk moet dus beschikken over een plaats voor de viering van het Doopsel (doopkapel) en zij moet de herinnering aan de doopbeloften bevorderen (wijwater).De vernieuwing van het leven, in het Doopsel ontvangen, vereist boetedoening. Het kerkgebouw moet dus de mogelijkheid bieden dat men zijn berouw uitdrukt en vergeving ontvangt, wat een geëigende plaats voor de ontvangst van de boetelingen vereist.
De kerk moet ook een ruimte zijn die uitnodigt tot ingetogenheid en stil gebed, als verlengstuk en verinnerlijking van het grote gebed dat de Eucharistie is.