• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De eredienst "in geest en waarheid" (Joh. 4, 24) van het Nieuwe Verbond is niet gebonden aan een bepaalde plaats. Heel de aarde is heilig en ze is toevertrouwd aan de mensenkinderen. Wanneer de gelovigen op een bepaalde plaats samenkomen, dan zijn zij "levende stenen", verzameld voor "de bouw van de geestelijke tempel" (1 Pt. 2, 4-5). Het lichaam van de verrezen Christus is de geestelijke tempel waaruit de bron van levend water opborrelt. "De tempel van de levende God, dat zijn wij" (2 Kor. 6, 16), ingelijfd in Christus door de heilige Geest.
Wanneer de uitoefening van de godsdienstvrijheid niet wordt belemmerd, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 4 trekken de Christenen gebouwen op die bestemd zijn voor de goddelijke eredienst. Deze kerkgebouwen zijn niet enkel verzamelplaatsen, maar verwijzen naar de Kerk die op deze plek leeft. Zij maken de verblijfplaats van God onder de mensen die in Christus verzoend en verenigd zijn, zichtbaar.
"Het huis van gebed, waarin de heilige Eucharistie wordt gevierd en bewaard, waarin de gelovigen samenkomen en waarin de tegenwoordigheid van de Zoon van God, onze Verlosser, die voor ons op het altaar is geofferd, wordt vereerd tot hulp en troost van de gelovigen, moet er verzorgd uitzien en geschikt zijn voor het gebed en de heilige diensten". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 5 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 122-127. vert. uit Lat. De echtheid en de harmonie van de tekens maken dit "huis van God" tot wat het is. Zij moeten Christus, die in dit oord aanwezig is en handelt, zichtbaar maken. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7
Het altaar van het Nieuwe Verbond is het kruis van de Heer, Vgl. Heb. 13, 10 waaraan de sacramenten van het Paasmysterie ontspringen. Op het altaar, dat het centrum van de kerk is, wordt onder sacramentele tekenen het kruisoffer tegenwoordig gesteld. Het is ook de tafel des Heren, waaraan het Volk van God wordt uitgenodigd. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 259 In bepaalde oosterse liturgieën is het altaar ook het symbool van het graf (Christus is waarlijk gestorven en waarlijk verrezen).
Het tabernakel moet "op een zeer waardige plaats en met de grootste eerbied in de kerken bewaard worden". H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965), 66. vert. uit Lat. De waardigheid, wijze van opstelling en veiligheid van het eucharistisch tabernakel 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 128. vert. uit Lat. moeten de aanbidding van de Heer, die werkelijk aanwezig is in het heilig Sacrament van het altaar, bevorderen.

De zalving met het heilig chrisma (myron) is het sacramentele teken van het zegel van de gave van de heilige Geest. Het chrisma wordt traditiegetrouw bewaard en vereerd op een veilige plaats in het heiligdom. Men kan er de olie voor de geloofsleerlingen en die voor de zieken bij plaatsen.

De zetel van de bisschop (cathedra) of die van de priester "moet de functie uitdrukken van degene die de vergadering van de gelovigen voorzit en het gebed leidt". Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 271. vert. Altaarmissaal (NL) 91; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 48

De ambo: "De waardigheid van het woord van God vereist dat er in de kerk een geschikte plaats is vanwaar dit verkondigd wordt en waarheen de aandacht van de gelovigen tijdens de Liturgie van het Woord vanzelf uitgaat". Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 272. vert. Altaarmissaal (NL) 92; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 49

De verzameling van het Volk van God begint met het Doopsel; de kerk moet dus beschikken over een plaats voor de viering van het Doopsel (doopkapel) en zij moet de herinnering aan de doopbeloften bevorderen (wijwater).

De vernieuwing van het leven, in het Doopsel ontvangen, vereist boetedoening. Het kerkgebouw moet dus de mogelijkheid bieden dat men zijn berouw uitdrukt en vergeving ontvangt, wat een geëigende plaats voor de ontvangst van de boetelingen vereist.

De kerk moet ook een ruimte zijn die uitnodigt tot ingetogenheid en stil gebed, als verlengstuk en verinnerlijking van het grote gebed dat de Eucharistie is.

Tenslotte heeft het kerkgebouw een eschatologische betekenis. Om in het huis van God binnen te treden, moet men over een drempel heen, symbool van de overgang van de wereld die gewond is door de zonde, naar de wereld van het nieuwe leven, waartoe alle mensen geroepen zijn. Het kerkgebouw is het symbool van het vaderlijk huis, waarnaar het Volk van God onderweg is en waar de Vader "alle tranen van hun ogen zal afwassen" (Openb. 21, 4). Daarom is de kerk ook het huis van alle kinderen van God, wijd open en gastvrij.

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test