• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Het unieke en geheel eenmalige gebeuren van de menswording van de Zoon van God betekent niet dat Jezus gedeeltelijk God en gedeeltelijk mens is, noch dat Hij het resultaat is van een vage vermenging van het goddelijke en het menselijke. Hij is waarlijk mens geworden, terwijl Hij waarlijk God bleef. Jezus Christus is ware God en ware mens. Deze geloofswaarheid heeft de kerk in de loop van de eerste eeuwen moeten verdedigen en verklaren tegenover ketterijen die haar verdraaiden.
De eerste ketterijen hebben niet zozeer de godheid van Christus ontkend als wel zijn ware mensheid (gnostisch docetisme). Vanaf de tijd van de apostelen heeft het christelijk geloof de werkelijke menswording van de Zoon van God benadrukt: "in het vlees gekomen". Vgl. 1 Joh. 4, 2-3 Vgl. 2 Joh. 7 Maar vanaf de derde eeuw heeft de Kerk tegen Paulus van Samosata op een Concilie, bijeen in Antiochië, duidelijk moeten bevestigen dat Jezus Christus van nature en niet door aanneming Zoon van God is. Het eerste Oecumenische Concilie van Nicea van 325 beleed in zijn Credo dat de Zoon van God "geboren is, en niet geschapen, een in wezen (homousios) met de Vader" 1e Concilie van Nicea, Credo, 1 en veroordeelde Arius die beweerde dat "de Zoon van God uit het niet is voortgekomen" Pseudo Julius I, Brief aan de Bisschoppen van Egypte, Epistula synodalis ad Aegyptios (25 juli 325). vert. uit Gr. en "van een andere wezenheid is dan de Vader". 1e Concilie van Nicea, Credo, 2. vert. uit Gr.
De nestoriaanse ketterij zag in Christus een menselijke persoon, verbonden met de goddelijke persoon van de Zoon van God. Hiertegen hebben de heilige Cyrillus van Alexandrië en het derde Oecumenische Concilie, bijeen in Efeze in 431, beleden dat "het Woord, door zich in zijn persoon met een lichaam - bezield met een verstandelijke ziel - te verenigen, overeenkomstig zijn hypostase, mens is geworden". Concilie van Efese, 2e Brief van Cyrillus van Alexandrië aan Nestorius - 1e Zitting van Cyrillianen op het Concilie van Efeze, Epistula II Cyrilli Alexandrini ad Nestorium (24 feb 430), 1. vert. uit Gr. De menselijke natuur van Christus heeft geen andere persoonlijkheid dan de goddelijke persoon van de Zoon van God die haar heeft aangenomen en tot de zijne heeft gemaakt vanaf zijn ontvangenis. Daarom heeft het Concilie van Efeze in 431 afgekondigd dat Maria werkelijk Moeder van God is geworden door de menselijke ontvangenis van de Zoon van God in haar schoot: "Moeder van God, niet omdat de natuur van het Woord, ofwel zijn godheid, het begin van haar bestaan aan de heilige Maagd te danken zou hebben, maar omdat zijn heilig lichaam, begiftigd met een verstandelijke ziel, uit haar geboren is. Op grond hiervan zegt men nu dat het Woord door zich in zijn persoon met een lichaam - bezield met een verstandelijke ziel - te verenigen mens is geworden". Concilie van Efese, 2e Brief van Cyrillus van Alexandrië aan Nestorius - 1e Zitting van Cyrillianen op het Concilie van Efeze, Epistula II Cyrilli Alexandrini ad Nestorium (24 feb 430), 2. vert. uit Gr.
De monofysieten beweerden dat in Christus de menselijke natuur als zodanig had opgehouden te bestaan, zodra deze natuur aangenomen was door de goddelijke persoon van de Zoon van God. Met deze ketterij geconfronteerd heeft het vierde Oecumenische Concilie van Chalcedon in 451 beleden:
Wij leren eenstemmig, hierin de heilige Kerkvaders volgend, één en dezelfde Zoon, onze Heer Jezus Christus, te belijden, volmaakt in zijn godheid en volmaakt in zijn mensheid, waarlijk God en waarlijk mens, bestaande uit een verstandelijke ziel en een lichaam, één in wezen met de Vader overeenkomstig zijn godheid, één in wezen met ons overeenkomstig zijn mensheid, "in alles gelijk aan ons, behalve in de zonde" (Heb. 4, 15); geboren uit de Vader vóór alle eeuwen overeenkomstig zijn godheid, en deze laatste dagen voor ons en tot ons heil geboren uit de maagd Maria, Moeder van God, overeenkomstig zijn mensheid.

Eén en dezelfde Christus, Heer, eniggeboren Zoon, die erkend wordt in twee naturen, zonder vermenging, zonder verandering, zonder deling, zonder scheiding. Het verschil tussen de naturen wordt geenszins opgeheven door hun vereniging, maar de eigenschappen van beide worden veeleer gewaarborgd en verenigd in één persoon en in één hypostase. Concilie van Chalcedon, 5e Zitting - Over de twee naturen in Christus, Sessio V - Definitio de duabus naturis Christi (22 okt 451), 2-3. vert. uit Gr.

Na het concilie van Chalcedon maakten sommigen van de menselijke natuur van Christus een soort persoonlijk subject. Het vijfde oecumenische concilie van Constantinopel van 553 heeft tegen hen beleden: "Er is slechts één hypostase (of persoon) die onze Heer Jezus Christus is, één van de Drieëenheid". 2e Concilie van Constantinopel, 8e Zitting - Canones, Sessio VIII - Canones (2 juni 553), 4. vert. uit Lat. Alles in de mensheid van Christus moet dus toegeschreven worden aan zijn goddelijke persoon als aan zijn eigenlijk subject, Vgl. Concilie van Efese, Bijlage bij de Brief van de Synode van Alexandrië aan Nestorius (3e Brief van Cyrillus aan Nestorius), Anathematismati Cyrilli Alexandrini (22 juni 431), 4 niet alleen de wonderen, maar ook het lijden, Vgl. 2e Concilie van Constantinopel, 8e Zitting - Canones, Sessio VIII - Canones (2 juni 553), 3 en zelfs de dood: "Hij die in het vlees gekruisigd is, onze Heer van de heilige Jezus Christus, is ware God, Heer van de heerlijkheid en een Drieëenheid". 2e Concilie van Constantinopel, 8e Zitting - Canones, Sessio VIII - Canones (2 juni 553), 12. vert. uit Gr.
De kerk belijdt zo dat Jezus onscheidbaar ware God en ware mens is. Hij is werkelijk de Zoon van God die mens geworden is, onze broeder, en dat zonder op te houden God te zijn, onze Heer.
"Wat hij was is Hij gebleven, en wat Hij niet was heeft Hij aangenomen", zingt de Romeinse liturgie. Getijdenboek Antifoon bij de Lofzang van Zacharias uit het morgengebed op 1 januari (Getijdenboek 126) Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Sermones. 21, 2-3 En de liturgie van de heilige Johannes Chrysostomus verkondigt en zingt: "Eniggeboren Zoon en Woord van God, Gij zijt onsterfelijk en voor ons heil hebt Gij u verwaardigd mens te worden uit de heilige Moeder van God en altijd maagd Maria, Gij die zonder te veranderen mens geworden zijt en zijt gekruisigd. O Christus, God, die door uw dood de dood hebt verpletterd, Gij die één van de heilige Drieëenheid zijt, verheerlijkt met de Vader en de heilige Geest, red ons!" Troparion "O Monoghenis"

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test