CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
"Ieder geslacht prijst mij zalig" (
Lc. 1, 48): "De godsvrucht van de Kerk voor de heilige Maagd is een wezenlijk element van de christelijke eredienst".
H. Paus Paulus VI, Apostolische Exhortatie, Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving, Marialis Cultus (2 feb 1974), 56. vert. uit Lat. De heilige Maagd "geniet terecht van de kant van de Kerk een bijzondere verering. En inderdaad, reeds vanaf de oudste tijden wordt de heilige Maagd vereerd met de titel 'Moeder Gods' en tot haar bescherming nemen de gelovigen in al hun gevaren en noden hun toevlucht (...). Hoewel deze verering (...) een heel bijzonder karakter heeft, verschilt ze niettemin wezenlijk van de eredienst van aanbidding die op gelijke wijze het mensgeworden Woord, de Vader en de heilige Geest gebracht wordt, en bevordert ze deze in hoge mate";
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 66. vert. uit Lat. ze vindt haar uitdrukking in de liturgische feesten die aan de Moeder Gods
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 103 gewijd zijn, en in het gebed tot Maria, zoals de rozenkrans, "samenvatting van heel het Evangelie".
Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Exhortatie, Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving, Marialis Cultus (2 feb 1974), 42