Aangezien de leken, evenals alle gelovigen, krachtens het Doopsel en het Vormsel de opdracht gekregen hebben van God het apostolaat te beoefenen, zijn zij verplicht en genieten zij het recht individueel of in organisaties eraan mee te werken dat de goddelijke heilsboodschap gekend en aanvaard wordt door alle mensen en over heel de aarde; deze verplichting is des te dwingender, wanneer zij de enigen zijn die het Evangelie aan de mensen kunnen verkondigen en hen Christus kunnen doen kennen, In de kerkelijke gemeenschappen is hun inzet zo noodzakelijk dat zonder hen het apostolaat van de herders meestal geen volledig effect kan sorteren. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 33