
15 augustus 1997
De paus, bisschop van Rome en opvolger van Petrus, "is het blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid, zowel van de bisschoppen als van de menigte van de gelovigen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 23. vert. uit Lat. "De paus van Rome immers heeft, juist krachtens zijn ambt als plaatsvervanger van Christus en herder over de gehele Kerk, de volledige, hoogste en universele macht, die hij altijd vrij kan uitoefenen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 22. vert. uit Lat. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 2.9