15 augustus 1997
Waar zonde is, daar is ook veelheid, schisma, ketterij, conflict; maar waar deugd is, daar is ook een eenheid die bewerkte dat alle gelovigen slechts één lichaam waren en één ziel. Origenes van Alexandrië, Preken over het boek van de Profeet Ezechiël, Homiliae in Exechielem. 9,1, vert. uit Gr.
Het ongeloof is de onverschilligheid ten opzichte van de geopenbaarde waarheid, of de vrijwillige weigering zijn instemming ermee te betuigen. "Ketterij wordt genoemd: het, na het ontvangen van het Doopsel, hardnekkig ontkennen of in twijfel trekken van een of andere waarheid die met goddelijk en katholiek geloof geloofd moet worden; apostasie: het volkomen afwijzen van het christelijk geloof; schisma: het zich onttrekken aan het gezag van de Paus of aan de gemeenschap met de onder zijn gezag staande kerkleden". Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 751