CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Deze ene Kerk laat vanaf het begin echter een grote
verscheidenheid zien die zowel voortvloeit uit de diversiteit van Gods gaven als uit de menigvuldigheid van personen die ze ontvangen. In de eenheid van het volk van God verzamelt zich de verscheidenheid van volken en culturen. Onder de leden van de Kerk komt een verscheidenheid van gaven, taken, levensomstandigheden en levenswijzen voor; "in de gemeenschap van de Kerk bestaan op wettige wijze particuliere Kerken, die hun eigen tradities bezitten".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 13. vert. uit Lat. De grote rijkdom van deze verscheidenheid verzet zich niet tegen de eenheid. De zonde en de last van haar gevolgen bedreigen niettemin onophoudelijk de gave van de eenheid. Daarom moet de apostel ertoe aansporen "de eenheid des Geestes te behouden door de band van de vrede" (
Ef. 4, 3).
Alinea's in de marge van alinea 814
De eenheid van het lichaam heft de verscheidenheid van ledematen niet op: "Ook bij de opbouw van het lichaam van Christus heerst er verscheidenheid van ledematen en functies. Eén is de Geest, die zijn verschillende gaven tot nut van de kerk verdeelt overeenkomstig zijn rijkdom en de noodzaak van de bedieningen". De eenheid van het mystieke lichaam bewerkt en stimuleert onder de gelovigen de liefde. "Als daarom " één lid lijdt, delen alle leden in het lijden en evenzo, als één lid geëerd wordt, delen alle in de vreugde".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 7. vert. uit Lat. Tenslotte overwint de eenheid van het mystieke lichaam van Christus iedere menselijke verdeeldheid: "Want gij allen die in Christus zijt gedoopt, zijt met Christus bekleed. Er is geen jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw:" allen tezamen zijt "gij één persoon in Christus Jezus" (
Gal. 3, 27-28).
De verschillen zelf die de Heer heeft willen aanbrengen tussen de ledematen van zijn lichaam, dienen de eenheid en de zending ervan. Want "er is in de van zijn Kerk verscheidenheid van bediening, maar eenheid van zending. Aan de apostelen en hun opvolgers is door Christus de opdracht toevertrouwd om in zijn naam en door zijn macht te onderwijzen, te heiligen en te besturen. De leken, het priesterlijke, profetische en koninklijke ambt van Christus deelachtig geworden, vervullen echter een eigen taak in de zending van het gehele volk van God in de Kerk en in de wereld".
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 2. vert. uit Lat. Tenslotte zijn er "in elk van deze beide groepen (gewijde bedienaren en leken) christengelovigen die door de professie van de evangelische raden (...) zich op hun eigen bijzondere wijze aan God toewijden en de heilszending van de Kerk dienen".
Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 207. § 2
De verschillende liturgische tradities zijn juist ontstaan uit hoofde van de zending van de Kerk. De kerken van eenzelfde geografisch en cultureel gebied zijn het Christusmysterie gaan vieren door middel van specifieke uitdrukkingsvormen, getekend door hun cultuur: deze betreffen de overlevering van de "geloofsschat" (2 Tim. 1, 14), de liturgische symboliek, de organisatie van de broederlijke gemeenschap, het theologisch inzicht in de mysteries en de typen van heiligheid. Op deze wijze wordt Christus, licht en heil van alle volken, door het liturgisch leven van een bepaalde Kerk geopenbaard aan het volk en aan de cultuur waarnaar deze Kerk gezonden is en waarin zij heeft wortel geschoten. De Kerk is katholiek: elke echte rijkdom van een cultuur kan zij, na zuivering, opnemen in haar eenheid. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 23 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 4
Iedere particuliere Kerk is "katholiek"
"De Kerk van Christus is werkelijk tegenwoordig in alle rechtmatige plaatselijke gemeenschappen van gelovigen, verenigd met hun herders, gemeenschappen die ook in het Nieuwe Testament Kerken genoemd worden (...). Hierin worden door de prediking van Christus' Evangelie de gelovigen verzameld en wordt het geheim van het Laatste Avondmaal van de Heer gevierd (...). In deze gemeenschappen, hoewel vaak klein en arm of verspreid, is Christus tegenwoordig, door wiens kracht de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk tot stand komt".
© 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"