
15 augustus 1997
Laten wij ons derhalve gelukkig prijzen en laten wij dank brengen dat wij niet alleen christen, maar ook Christus zelf geworden zijn. Begrijpt gij, broeders en zusters, de genade die God ons geschonken heeft door ons Christus tot hoofd te geven? Verwondert u dan en verheugt u, wij zijn Christus geworden. Als Hij het hoofd is, dan zijn wij de ledematen; de hele mens, dat is Hij en wij samen(...). De volheid van Christus is derhalve het hoofd en de ledematen; wat betekent: het hoofd en de ledematen? Christus en de Kerk. H. Augustinus, In Iohannis Evangelium Tractatus. 21,8, vert. uit Lat.Onze Verlosser blijkt één persoon te vormen met de kerk, die Hij heeft aangenomen. H. Paus Gregorius de Grote, Moreel commentaar op (het boek) Job, Moralia in Job. Praef. 1,6,4, vert. uit Lat.
Hoofd en ledematen, één en dezelfde mystieke persoon, om zo te zeggen. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III,48,2 ad 1, vert. uit Lat.
Een woord van de heilige Jeanne d'Arc tegen haar rechters gesproken vat het geloof van de heilige kerkleraren samen en brengt het gezond verstand van de gelovige tot uitdrukking: "Wat Jezus Christus en de Kerk betreft, ben ik van mening dat het één geheel is en dat men hierover geen moeilijkheden moet maken." H. Jeanne d'Arc, Actes du procès
De zalving. De symboliek van de zalving met olie is eveneens kenmerkend voor de heilige Geest, zelfs zó dat zalving en Heilige Geest synoniem geworden zijn. Vgl. 1 Joh. 2, 20.27 Vgl. 2 Kor. 1, 21 Bij de christelijke initiatie is de zalving het sacramentele teken van het vormsel. In de Oosterse Kerken wordt ze daarom terecht "chrismatie" genoemd. Men moet echter teruggaan naar de eerste zalving die de heilige Geest verricht heeft, om de hele kracht ervan te kunnen begrijpen: de zalving van Jezus. Christus ("Messias" in het Hebreeuws) betekent "gezalfd" met de Geest van God. In het Oude Verbond zijn er "gezalfden" van de Heer geweest. Vgl. Ex. 30, 22-32 Onder hen was koning David, de gezalfde uitstek Vgl. 1 Sam. 16, 13 Maar Jezus is op een unieke manier de gezalfde van God: de menselijke natuur die de Zoon aanneemt, is in haar geheel "gezalfd met de heilige Geest". Jezus is "Christus" geworden door de heilige Geest. Vgl. Lc. 4, 18-19 Vgl. Jes. 61, 1 De maagd Maria ontvangt Christus van de heilige Geest. Bij zijn geboorte kondigt de Heilige Geest, door de engel, Hem aan als Christus Vgl. Lc. 2, 11 en zet Hij Simeon ertoe aan naar de tempel te komen om de Gezalfde van de Heer te zien; Vgl. Lc. 2, 26-27 Hij is het die Christus vervult Vgl. Lc. 4, 1 en zijn kracht is het die van Christus uitgaat als Hij genezingen verricht en heil brengt. Vgl. Lc. 6, 19 Vgl. Lc. 8, 46 Hij is het tenslotte die Jezus uit de doden opwekt. Vgl. Rom. 1, 4 Vgl. Rom. 8, 11 Dan stort Jezus, ten volle tot "Christus" aangesteld in zijn menselijke natuur die over de dood gezegevierd heeft, Vgl. Hand. 2, 36 de heilige Geest in overvloed uit, totdat "de heiligen" in vereniging met het mens-zijn van Gods Zoon, "tezamen komen (...) tot de volmaakte Man, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus" (Ef. 4, 13): "de gehele Christus", om een uitdrukking van de heilige Augustinus te gebruiken. H. Augustinus, Preken, Sermones. 341, 1, 1. 9, 11
De Christen die zich van zijn zonde wil zuiveren en zich met de hulp van Gods genade wil heiligen, staat niet alleen. "Het leven van elk van de kinderen Gods is in en door Christus op wondere wijze verbonden met het leven van alle andere christenbroeders in de bovennatuurlijke eenheid van het mystieke lichaam van Christus, als in één mystieke persoon". H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, Over de herziening van de aflatenpraktijk, Indulgentiarum Doctrina (1 jan 1967), 5. vert. uit Lat.