• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Tenslotte deelt het Volk van God in de koninklijke functie van Christus. Christus oefent zijn koningschap uit door alle mensen tot zich te trekken door zijn dood en verrijzenis. Vgl. Joh. 12,32 Christus, koning en heer van het heelal, is dienaar van allen geworden. Hij is "niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen" (Mt. 20,28). Voor de Christen "is heersen. Hem dienen, 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 36 vooral "in de armen en de noodlijdenden in wie de kerk het beeld van haar arme en lijdende Stichter herkent. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 8. vert. uit Lat. Het Volk van God verwezenlijkt zijn "koninklijke waardigheid" door een leven overeenkomstig deze roeping: met Christus te dienen.
Allen immers die in Christus zijn herboren, worden door het teken van het kruis tot koningen gemaakt en door de zalving van de heilige Geest tot priesters gewijd. Alle van de Geest en inzicht vervulde christenen moeten dus beseffen dat zij, zonder deel te hebben aan deze bijzondere dienst van ons ambt, toch eveneens een koninklijke afkomst en een priesterlijke taak bezitten. Want wat is zo koninklijk als de menselijke geest die in onderwerping aan God heerst over het lichaam ? En wat is zo priesterlijk als aan de Heer een zuiver geweten te wijden en Hem vanaf het altaar van het hart reine gaven van godsvrucht aan te bieden? H. Paus Leo I de Grote, Sermones. 4,1, vert. Getijdenboek Lect. I,8,2.9

Alinea's in de marge van alinea 786

Vanaf het Oude Testament werden allerlei maatregelen genomen ten gunste van de armen (jaar van kwijtschelding van schulden, verbod om te lenen tegen rente en verbod van pandgeving, verplichting tienden te betalen, dagelijkse uitbetaling van de dagloner, recht van nalezen van wijndruiven en korenaren); al deze maatregelen waren een antwoord op de aansporing van Deuteronomium: "Armen zullen er altijd zijn in het land; juist daarom gebied ik u: doe uw beurs wijd apen voor uw behoeftige en arme landgenoot" (Deut. 15, 11). Jezus zegt hierover: "De armen houdt gij altijd bij u, Mij echter niet altijd" (Joh. 12, 8). Zo ontkracht Hij niet de scherpte van de aloude uitspraken: "Dan kopen wij de kleine man voor geld, de arme voor een paar schoenen..." (Am. 8, 6), maar nodigt Hij ons uit om in de armen, zijn broeders, zijn aanwezigheid te herkennen: Vgl. Mt. 25, 40

Toen de heilige Rosa van Lima door haar moeder werd berispt, omdat zij in haar huis armen en zieken opnam, antwoordde ze: "Wanneer we de armen en de zieken dienen, dienen wij Jezus. Daarom mogen wij het nooit nalaten onze naasten te helpen, want in hen dienen wij Jezus." H. Rosa van Lima, Vita mirabilis. P. Hansen (Louvain, 1668)
God zegent diegenen die de armen te hulp komen en veroordeelt hen die zich van hen afwenden: "Geef aan wie u vraagt, en wend u niet af als iemand van u lenen wil" (Mt. 5, 42). "Voor niets hebt gij ontvangen, voor niets moet gij geven" (Mt. 10, 8). Jezus zal de uitverkorenen herkennen aan datgene wat zij voor de armen gedaan hebben. Vgl. Mt. 25, 31-36 Wanneer "aan armen de blijde boodschap wordt verkondigd" (Mt. 11, 5) Vgl. Lc. 4, 18 , is dit het teken van Christus' aanwezigheid.

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test