CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Christus heeft vóór zijn hemelvaart gezegd dat het uur van de glorievolle vestiging van het Messiaanse koninkrijk
Vgl. Hand. 1, 6-7
, dat door Israël verwacht werd, nog niet was aangebroken. Dat rijk zou, volgens de profeten
Vgl. Jes. 11, 1-9
alle mensen de definitieve orde van gerechtigheid, liefde en vrede moeten brengen. De huidige tijd is volgens de Heer de tijd van de Geest en van het getuigenis,
Vgl. Hand. 1, 8
maar het is ook een tijd die nog steeds gekenmerkt wordt door de "nood"
Vgl. 1 Kor. 7, 26
en de beproeving van het kwaad
Vgl. Ef. 5, 16
die de Kerk niet sparen
Vgl. 1 Pt. 4, 17
en het begin inluidt van de strijd van de laatste dagen.
Vgl. 1 Joh. 2, 18
Vgl. 1 Joh. 4, 3
Vgl. 1 Tim. 4, 1
Het is een tijd van wachten en waakzaam zijn.
Vgl. Mt. 25, 1-13
Vgl. Mc. 13, 33-37