CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Maria Magdalena en de heilige vrouwen zijn de eerste geweest, die de Verrezene ontmoet hebben.
Vgl. Mt. 28, 9-10
Vgl. Joh. 20, 11-18
Zij kwamen om het balsemen van het lichaam van Jezus
Vgl. Mc. 16, 1
Vgl. Lc. 24, 1
, dat, op de avond van de Goede Vrijdag vanwege het aanbreken van de sabbat haastig begraven was, te voltooien.
Vgl. Joh. 19, 31.42
Zo waren de vrouwen voor de apostelen zelf de eerste boodschapsters van de verrijzenis van Christus.
Vgl. Lc. 24, 9-10
Daarna verschijnt Jezus aan de apostelen, allereerst aan Petrus, dan aan de Twaalf.
Vgl. 1 Kor. 15, 5
Petrus, die geroepen is het geloof van zijn broeders te versterken,
Vgl. Lc. 22, 31-32
ziet dus de Verrezene vóór hen en op grond van zijn getuigenis roept de gemeenschap uit: "De Heer is waarlijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen" (
Lc. 24, 34).