• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
God kiest Abraham

Om de verstrooide mensheid te verzamelen kiest God Abram door hem weg te roepen "uit zijn land, familie en huis" Vgl. Gen. 12, 1 om Abraham van hem te maken, d.w.z. "de vader van een menigte volken" (Gen. 17, 5): "Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde" (Gen. 12, 3, LXX). Vgl. Gal. 3, 8

Het volk dat van Abraham afstamt, zal de bewaarder zijn van de belofte, aan de aartsvaders gedaan, het uitverkoren volk, Vgl. Rom. 11, 28 geroepen om eens het verzamelen van alle kinderen van God binnen de eenheid van de kerk voor te bereiden; Vgl. Joh. 11, 52 Vgl. Joh. 10, 16 dat zal de wortel zijn waarop de heidenen, na gelovig geworden te zijn, Vgl. Rom. 11, 17-18.24 geënt zullen worden.
De aartsvaders en de profeten en andere personen uit het Oude Testament werden altijd vereerd en zullen altijd vereerd worden als heiligen in alle liturgische tradities van de kerk.
God vormt zijn volk Israël
Na de aartsvaders heeft God Israël als zijn volk gevormd door het uit de slavernij van Egypte te redden. Hij heeft met dit volk zijn verbond op de Sinaï gesloten en het door Mozes zijn wet gegeven, opdat het Hem erkent en dient als de enige, levende en ware God. de zorgzame Vader en rechtvaardige rechter, en opdat het uitziet naar de beloofde Verlosser. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 3

Israël is het priesterlijke volk van God, Vgl. Ex. 19, 6 het volk dat "de naam van de Heer, draagt " (Deut. 28, 10). Het is het volk "dat door onze God en Heer het eerst is aangesproken", Missale Romanum, Goede Vrijdag 13, gebed VI, vert. Altaarmissaal (NL) blz. 326; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 141 het volk van de "oudere broeders" in het geloof van Abraham. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Ontmoeting met de Joodse gemeenschap tijdens het bezoek aan de Synagoge van Rome (13 apr 1986), 4

Door de profeten voedt God zijn volk op in de hoop op het heil, in de verwachting van een nieuw en eeuwig Verbond, dat voor alle mensen Vgl. Jes. 2, 2-4 bestemd is en dat gegrift zal zijn in de harten. Vgl. Jer. 31, 31-34 Vgl. Heb. 10, 16 De profeten kondigen een radicale verlossing van het volk van God aan, de reiniging van al zijn ontrouw, Vgl. Ez. 36 een heil dat alle volken zal omvatten. Vgl. Jes. 49, 5-6 Vgl. Jes. 53, 11 Het zullen vooral de armen en de nederigen van de Heer Vgl. Sef. 2, 3 zijn die deze hoop zullen dragen. Heilige vrouwen, zoals Sara, Rebecca, Rachel, Mirjam, Debora, Hanna, Judit en Ester hebben de hoop op het heil van Israël levend gehouden. Het zuiverste beeld van deze hoop is Maria. Vgl. Lc. 1, 38

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test