15 augustus 1997
Jezus herinnert aan de marteldood van de profeten die in Jeruzalem ter dood waren gebracht. Vgl. Mt. 23, 37. a Niettemin blijft Hij Jeruzalem ertoe oproepen zich rondom Hem te verzamelen: "Hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen verzamelen, zoals een kloek haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar gij hebt niet gewild" (Mt. 23, 37, b). Wanneer Jeruzalem in zicht komt, weent Hij over de stad en brengt nogmaals zijn hartenwens tot uitdrukking: "Mocht ook gij op deze dag inzien, wat u tot vrede strekt. Maar nu is dat voor Uw ogen verborgen" (Lc. 19, 42).