15 augustus 1997
"Toen de dagen van zijn verheffing hun vervulling tegemoet gingen, aanvaardde Jezus vastberaden de reis naar Jeruzalem" (Lc. 9, 51). Vgl. Joh. 13, 1 Door deze beslissing gaf Hij te kennen dat Hij naar Jeruzalem opging, omdat Hij bereid was er te sterven. Driemaal had Hij zijn lijden en verrijzenis aangekondigd. Vgl. Mc. 8, 31-33 Vgl. Mc. 9, 31-32 Vgl. Mc. 10, 32-34 Wanneer Hij op weg gaat naar Jeruzalem, zegt Hij: "Het past niet dat een profeet buiten Jeruzalem omkomt" (Lc. 13, 33).