CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Door middel van zijn
parabels, die heel typerend zijn voor zijn onderricht, roept Jezus mensen op zijn koninkrijk binnen te gaan.
Vgl. Mc. 4, 33-34
Hiermee nodigt Hij uit tot het feestmaal van zijn koninkrijk,
Vgl. Mt. 22, 1-14
en vraagt Hij tevens een radicale keuze: om het koninkrijk te verwerven moet men alles geven;
Vgl. Mt. 13, 44-45
woorden zijn niet voldoende, er zijn daden nodig.
Vgl. Mt. 21, 28-32
De parabels zijn als spiegels voor de mens: neemt hij als een rotsgrond of als een goede aarde het woord in zich op?
Vgl. Mt. 13, 3-9
Wat doet hij met de ontvangen talenten?
Vgl. Mt. 25, 14-30
Jezus en de tegenwoordigheid van het koninkrijk in deze wereld staan, zij het verborgen centraal in de parabels. Men moet het koninkrijk binnengaan, d.w.z. leerling worden van Christus om "de geheimen van het rijk der hemelen te kennen" (
Mt. 13, 11). Voor hen die "erbuiten staan" (
Mc. 4, 11), blijft alles raadselachtig.
Vgl. Mt. 13, 10-15