15 augustus 1997
Door het Doopsel wordt de Christen sacramenteel gelijkvormig gemaakt aan Jezus, die in zijn Doopsel vooruitloopt op zijn dood en verrijzenis; de Christen moet in dit mysterie van deemoedige vernedering en berouw binnengaan, afdalen in het water samen met Jezus om met Hem hieruit weer omhoog te stijgen, wedergeboren worden uit water en Geest om in de Zoon welbeminde zoon van de Vader te worden en "een nieuw leven te leiden" (Rom. 6, 4).
Laten wij ons met Christus door het doopsel begraven om met Hem te verrijzen; laten wij met Hem afdalen om met Hem verheven te worden; laten wij met Hem weer omhoog stijgen om ook met Hem verheerlijkt te worden. H. Gregorius van Nazianze, Orationes theologicae. 40,9, vert. uit Gr.Al wat in Christus volbracht is, laat ons zien dat na het waterbad de heilige Geest vanaf de poorten van de hemel over ons komt (...) en dat wij, door de stem van de Vader aangenomen, kinderen van God worden. H. Hilarius van Poitiers, Commentaar op het Evangelie van Matteüs, Commentarius in Evangelium Matthei. 2, vert. uit Lat.