15 augustus 1997
De openbaring van de Heer is de openbaring van Jezus als Messias van Israël, Zoon van God en Verlosser van de wereld. Met het doopsel van Jezus in de Jordaan en de bruiloft van Kana Vgl. Getijdengebed, Antifoon van het Benedictus van de Lauden en het Magnificat van de tweede Vespers van de Openbaring van de Heer, vert. Getijdenboek 162 viert dit feest de aanbidding van Jezus door de "wijzen die uit het oosten kwamen" Vgl. Mt. 2, 1 . In deze "wijzen" vertegenwoordigers van de omringende heidense godsdiensten, ziet het Evangelie de eerstelingen van de volken die de blijde boodschap van het heil door de menswording aannemen. De komst van de wijzen naar Jeruzalem om "hulde te brengen aan de koning van de Joden" Vgl. Mt. 2, 2 laat zien dat zij in Israël, in het Messiaanse licht van de ster van David, Vgl. Num. 24, 17 Vgl. Openb. 22, 16 Hem zoeken die de koning van de volken zal zijn. Vgl. Num. 24, 17-19 Hun komst betekent dat de heidenen Jezus alleen maar kunnen ontdekken en aanbidden als Zoon van God en Heiland van de wereld, als zij zich keren naar de joden Vgl. Joh. 4, 22 en van hen de Messiaanse belofte, zoals die vervat ligt in het Oude Testament, ontvangen. Vgl. Mt. 2, 4-6 De openbaring van de Heer toont dat "alle heidenen hun intrede doen in de familie der aartsvaders H. Paus Leo I de Grote, Sermones. 23, vert. uit Lat. en de Israelitica dignitas - de waardigheid van Israël Romeins Missaal MR, Vigilie van Pasen 26; gebed na de derde lezing, in; Altaarmissaal (NL) bIz. 357; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 171 verwerven.