
15 augustus 1997
Met menselijke handen heeft de Zoon van God gewerkt, met een menselijk verstand heeft Hij gedacht, met een menselijke wil heeft Hij gehandeld en met een menselijk hart heeft Hij liefgehad. Geboren uit de maagd Maria, is Hij werkelijk één van de onzen geworden, in alles aan ons gelijk, behalve in de zonde. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22. § 2, vert. uit Lat.
Aangezien het Woord vleesgeworden is door een ware menselijke natuur aan te nemen, was het lichaam van Christus begrensd. Vgl. Synode van Lateranen, Sessio V (31 okt 649), 4. DH 504 Op grond daarvan kan het menselijk gelaat van Jezus "afgebeeld worden" Vgl. Gal. 3, 1 . Op het zevende Oecumenische Concilie 2e Concilie van Nicea, 7e Zitting - De definitie aangaande heilige afbeeldingen, Sessio VII - Definitio de sacris imaginibus (13 okt 787), 0-3 heeft de Kerk erkend dat het gewettigd is Hem voor te stellen in heilige afbeeldingen.