15 augustus 1997
"Want al kan het menselijk verstand, om het eenvoudig te zeggen, door zijn natuurlijke krachten en zijn natuurlijk licht tot een ware en zekere kennis komen van een persoonlijke God, die de wereld door zijn voorzienigheid in stand houdt en bestuurt, en omtrent de natuurwet die door de Schepper in ons hart is neergelegd, toch zijn er niet weinig factoren die het verstand verhinderen zijn natuurlijk vermogen daadwerkelijk en met vrucht te gebruiken. Want de waarheden die betrekking hebben op God en op de verhouding van de mens tot God, gaan de orde van de zintuiglijk waarneembare wereld volstrekt te boven; en wanneer men deze waarheden in praktijk gaat brengen en zijn leven ernaar gaat inrichten, vraagt dat algehele toewijding en zelfverloochening. Nu ondervindt het menselijk verstand bij het verwerven van de kennis van deze waarheden moeilijkheden zowel vanwege de invloed van de zintuigen en de verbeelding als vanwege de slechte begeerten, die een gevolg zijn van de erfzonde. En zo beelden de mensen zich bij dit alles gemakkelijk in dat de dingen die ze liever niet als waar zouden zien, ook inderdaad niet waar of minstens twijfelachtig zijn." Paus Pius XII, Encycliek, Over sommige valse meningen die de grondslagen van de Katholieke leer dreigen te ondermijnen, Humani Generis (12 aug 1950), 2. vert. uit Lat.
Wanneer wij zo over God spreken, dan drukt onze taal zich weliswaar uit op een menselijke manier, maar ze bereikt werkelijk God zelf zonder Hem evenwel in zijn oneindige eenvoud onder woorden te kunnen brengen. Men moet immers niet vergeten dat "men niet kan wijzen op enige gelijkheid tussen Schepper en schepsel zonder dat er gewezen kan worden op een nog grotere ongelijkheid" 4e Concilie van Lateranen, Hfd 2. Over de dwalingen van abt Joachim de Fiore, Caput 2. De errore Abbatis Ioachim (11 nov 1215), 4. vert. uit Lat. en dat "wij van God niet kunnen begrijpen wat Hij is, maar slechts wat Hij niet is, en in welke verhouding de andere wezens tot Hem staan". H. Thomas van Aquino, Summa Contra Gentiles. 1,30, vert. uit Lat.