15 augustus 1997
De wereld en de mens getuigen ervan dat zij niet in zichzelf hun eerste beginsel en uiteindelijk doel hebben, maar dat zij deel hebben aan het Zijn op zich, zonder oorsprong en zonder einde. Zo kan de mens langs verschillende "wegen" komen tot de kennis van het bestaan van een werkelijkheid die de eerste oorzaak en het uiteindelijke doel van alles is "en dat allen God noemen". H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I,2,3, vert. uit Lat.
Wanneer wij zo over God spreken, dan drukt onze taal zich weliswaar uit op een menselijke manier, maar ze bereikt werkelijk God zelf zonder Hem evenwel in zijn oneindige eenvoud onder woorden te kunnen brengen. Men moet immers niet vergeten dat "men niet kan wijzen op enige gelijkheid tussen Schepper en schepsel zonder dat er gewezen kan worden op een nog grotere ongelijkheid" 4e Concilie van Lateranen, Hfd 2. Over de dwalingen van abt Joachim de Fiore, Caput 2. De errore Abbatis Ioachim (11 nov 1215), 4. vert. uit Lat. en dat "wij van God niet kunnen begrijpen wat Hij is, maar slechts wat Hij niet is, en in welke verhouding de andere wezens tot Hem staan". H. Thomas van Aquino, Summa Contra Gentiles. 1,30, vert. uit Lat.