• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
God staat het de mensen zelfs toe vrijelijk deel te hebben aan zijn voorzienigheid door hen de verantwoordelijkheid toe te vertrouwen de aarde "te onderwerpen" en haar te beheersen. Vgl. Gen. 1, 26-28 God vertrouwt het de mens ook toe een intelligente en vrije oorzaak te zijn om het werk van de schepping te voltooien en de harmonie ervan te vervolmaken ten bate van het eigen welzijn en dat van de naasten. Als medewerkers, vaak onbewust, van de goddelijke wil kunnen de mensen welbewust deelnemen aan het goddelijk heilsplan door hun handelen, door hun gebed, maar ook door hun lijden. Vgl. Kol. 1, 24 Zij worden zo ten volle "medewerkers van God" (1 Kor. 3, 9) Vgl. 1 Tess. 3, 2 en van zijn koninkrijk. Vgl. Kol. 4, 11

Alinea's in de marge van alinea 307

God heeft de menselijke auteurs van de heilige boeken geïnspireerd. "Voor het samenstellen van de heilige boeken koos God mensen uit, van wie Hij zich, gebruikmakend van hun eigen vermogens en krachten, bediende, om hen, terwijl Hijzelf in hen en door hen werkte, al datgene en alleen datgene wat Hij wilde, als echte auteurs te laten optekenen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 11. vert. uit Lat.
In Gods heilsplan hebben man en vrouw de roeping de aarde te "onderwerpen" als Gods "rentmeesters". Deze soevereiniteit mag niet een willekeurige en verwoestende heerschappij zijn. Naar het beeld van de Schepper "die alles wat bestaat, liefheeft" (Wijsh. 11, 24) zijn man en vrouw geroepen deel te nemen aan de goddelijke voorzienigheid ten opzichte van de andere schepselen. Vandaar hun verantwoordelijkheid voor de wereld die God hun heeft toevertrouwd.
De mens heeft deel aan de wijsheid en de goedheid van de Schepper. Deze geeft de controle over zijn daden en het vermogen om zichzelf te leiden met het oog op de waarheid en de goedheid. De natuurwet drukt het oorspronkelijke morele besef uit, waardoor het menselijke verstand kan onderscheiden wat goed is en wat kwaad, wat waarheid is en wat leugen:
De natuurwet staat geschreven in de ziel van allen en van ieder afzonderlijk, want ze is gelijk aan de natuurlijke rede die oplegt het goede te doen en die de zonde verbiedt (...). Dit voorschrift van de menselijke rede zou echter geen kracht van wet hebben, als het niet de stem en de vertolker zou zijn van een hogere rede, waaraan onze geest en onze vrijheid ondergeschikt moeten zijn. Paus Leo XIII, Encycliek, Over de menselijke vrijheid, Libertas praestantissimum (20 juni 1888)
De menselijke arbeid komt rechtstreeks van de mensen die geschapen zijn naar Gods beeld en die als opdracht gekregen hebben met en voor elkaar de aarde te onderwerpen en zo het scheppingswerk voort te zetten. Vgl. Gen. 1, 28 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 34 H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 31 Werken is dus een plicht: "Als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten" (2 Tess. 3, 10). Vgl. 1 Tess. 4, 11 De arbeid is een eerbetoon aan de gaven van de Schepper en aan de talenten die men gekregen heeft. Hij kan ook een verlossende waarde hebben. Door de last van de arbeid te verdragen Vgl. Gen. 3, 14-19 in vereniging met Jezus, de werkman van Nazareth en de gekruisigde van Calvarië, werkt de mens in zekere zin mee met de Zoon van God aan het werk van de verlossing. Hij toont zich een leerling van Christus door elke dag het kruis op te nemen bij het uitvoeren van het werk dat hem is opgedragen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Laborem Exercens (14 sept 1981), 27 De arbeid kan een middel tot heiliging zijn en ertoe bijdragen de aardse werkelijkheid te bezielen in de Geest van Christus.
Hoe kan ons gebed doeltreffend zijn?
De openbaring van het gebed in de heilseconomie leert ons dat het geloof berust op het handelend optreden van God in de geschiedenis. Het kinderlijke vertrouwen wordt gewekt door zijn handelend optreden bij uitstek: het lijden en de verrijzenis van zijn Zoon. Het christelijke gebed is een samenwerken met zijn Voorzienigheid, met zijn plan van liefde voor de mensen.
Onze deelname aan het offer van Christus

Het kruis is het unieke offer van Christus, "enige middelaar tussen God en de mensen" (1 Tim. 2, 5). Maar omdat Hij in zijn mensgeworden goddelijke persoon "zich in zekere zin met iedere mens verenigd heeft" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22. § 2, vert. uit Lat., biedt Hij "allen de mogelijkheid om op een wijze die God bekend is, in dit Paasgeheim te worden opgenomen" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22. § 5. vert. uit Lat.. Hij roept zijn leerlingen op "hun kruis op te nemen en Hem te volgen" (Mt. 16, 24), want "Hij heeft voor ons allen geleden, Hij heeft voor ons de weg gebaand om in zijn voetstappen te treden" Vgl. 1 Pt. 2, 21 . Hij wil immers zelfs hen die er het eerst profijt van hebben, deelgenoot maken van zijn verlossend offer Vgl. Mc. 10, 39 Vgl. Joh. 21, 18-19 Vgl. Kol. 1, 24 . Dat is op verheven wijze verwezenlijkt in de persoon van zijn moeder, die meer dan ieder ander nauw betrokken is bij het mysterie van zijn verlossend lijden.

Buiten het kruis is er geen andere ladder om naar de hemel op te stijgen. H. Rosa van Lima, Vita mirabilis

Ontroerd door zoveel lijden laat Christus niet alleen toe dat de zieken Hem aanraken, Hij maakt hun ellende tot de zijne: "Hij heeft onze zwakheden weggenomen en onze ziekten heeft Hij gedragen" (Mt. 8, 17) Vgl. Jes. 53, 4 . Hij heeft niet alle zieken genezen. Zijn genezingen waren tekens van de komst van het rijk Gods. Zij kondigen een diepere genezing aan: de overwinning op zonde en dood door zijn Pasen. Op het kruis heeft Christus heel het gewicht van het kwaad op zich genomen Vgl. Jes. 53, 4-6 en de "zonde van de wereld" weggenomen (Joh. 1, 29), waarvan de ziekte slechts een gevolg is. Door zijn lijden en dood op het kruis heeft Christus aan het lijden een nieuwe zin gegeven: het geeft ons voortaan de mogelijkheid met Hem gelijkvormig te worden en ons met zijn verlossend lijden te verenigen.

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test