15 augustus 1997
Wij leren bidden op vastgestelde ogenblikken: wanneer wij luisteren naar het woord van de Heer en wanneer wij deelnemen aan zijn paasmysterie; maar zijn Geest wordt ons te allen tijde, in de gebeurtenissen van elke dag, aangeboden om het gebed te laten opborrelen. De leer van Jezus over het gebed tot onze Vader ligt in dezelfde lijn als het onderwicht over de voorzienigheid: Vgl. Mt. 6, 11.34 de tijd is in handen van de Vader. in het heden worden wij geconfronteerd met de tijd, niet gisteren en ook niet morgen, maar vandaag: "Luistert heden dan naar zijn stem: Weest niet halsstarrig" (Ps. 95, 7-8).