
15 augustus 1997
"Als ge enig begrip hadt van de gave Gods" (Joh. 4, 10). Het wonder van het gebed komt juist daar aan het licht, bij de bronnen waar wij het water komen zoeken; daar komt Christus elk menselijk wezen tegemoet, Hij gaat als eerste op zoek naar ons en Hij is het die te drinken vraagt, Jezus heeft dorst, zijn vraag komt uit de diepte van God die verlangt naar ons. Of wij ons hier nu van bewust zijn of niet: het gebed is de ontmoeting tussen de dorst van God en die van ons. God dorst ernaar dat wij dorsten naar Hem. Vgl. H. Augustinus, Quaestiones in Heptateuchum. 64,4