15 augustus 1997
"De blijde boodschap van Christus vernieuwt voortdurend het leven en de cultuur van de gevallen mens: zij bestrijdt en verwijdert de dwalingen en slechte daden die nog steeds uit de blijvende verlokking van de zonde voortvloeien. De zeden van de volkeren zuivert zij en verheft zij voortdurend. De geestelijke waarden en de gaven van elke natie of elk tijdperk bevrucht zij als het ware van binnenuit met bovenaardse rijkdom. De blijde boodschap versterkt en vervolmaakt die en herstelt ze in Christus". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 58. 4
De viering van de liturgie moet dus beantwoorden aan de aard en cultuur van de verschillende volken. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 37-40 Opdat het Christusmysterie wordt "meegedeeld aan alle heidenvolken om hen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof" (Rom. 16, 26), moet het verkondigd, gevierd en beleefd worden in alle culturen, zodat deze niet vernietigd, maar door dit mysterie verlost en tot voltooiing gebracht worden. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Catechese geven in onze tijd, Catechesi Tradendae (16 okt 1979), 53 Vanuit en door hun eigen menselijke cultuur, opgenomen en omgevormd door Christus, hebben de vele kinderen van God toegang tot de Vader, om Hem te verheerlijken, in één Geest.