De Kerk formuleert een moreel oordeel in economische en sociale aangelegenheden, "wanneer de fundamentele rechten van de persoon of het heil van de zielen dit eisen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 76. § 5 Op het vlak van de zedelijkheid heeft de Kerk een andere taak dan de politieke overheid: de Kerk bekommert zich om de tijdelijke aspecten van het algemeen welzijn, in zoverre die gericht zijn op het hoogste goed, ons uiteindelijke doel. Ze spant zich in om rechtvaardige houdingen te bevorderen in de omgang met de aardse goederen en in de sociaal-economische betrekkingen.