15 augustus 1997
Dieren zijn schepselen van God. God omgeeft hen met zijn providentiële liefdevolle zorg. Vgl. Mt. 6, 26 Alleen al door hun bestaan zegenen en prijzen ze de Heer. Vgl. Dan. 3, 79-81 Ook de mensen zijn de dieren welwillendheid verschuldigd. Men kan hier denken aan de fijngevoeligheid waarmee heiligen als Franciscus van Assisi of Filippus Neri de dieren hebben behandeld.