CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Kuisheid betekent de geslaagde integratie van de seksualiteit in de persoonlijkheid en wijst daarmee op de innerlijke eenheid van de mens als lichamelijk en geestelijk wezen. In de seksualiteit komt tot uitdrukking dat de mens deel uitmaakt van de lichamelijke en biologische wereld; deze seksualiteit wordt echt persoonlijk en menswaardig beleefd, wanneer ze opgenomen wordt in de relatie tussen twee personen, in de volledige wederzijdse overgave van man en vrouw, onbeperkt van duur.
De deugd van kuisheid omvat dus zowel de gaafheid van de persoon als de volledigheid van de gave.