15 augustus 1997
De contracten zijn onderworpen aan de ruilrechtvaardigheid, die het ruilverkeer tussen personen en instellingen regelt, met inachtneming van hun rechten. De ruilrechtvaardigheid brengt strikte verplichtingen met zich mee; ze vraagt om bescherming van de eigendomsrechten, het betalen van de schulden en het uitvoeren van de verplichtingen die men uit vrije wil op zich heeft genomen. Zonder de ruilrechtvaardigheid is geen enkele andere vorm van rechtvaardigheid mogelijk.
Men onderscheidt de ruilrechtvaardigheid van de wettelijke rechtvaardigheid, die zich bezighoudt met wat de burger naar billijkheid aan de gemeenschap verschuldigd is, en van de verdelende rechtvaardigheid, die voorschrijft wat de gemeenschap aan de burgers verschuldigd is, evenredig aan hun bijdragen en behoeften.