
15 augustus 1997
"De parochie is een bepaalde gemeenschap van christen- gelovigen, in een particuliere kerk duurzaam opgericht, waarover de herderlijke zorg, onder het gezag van de diocesane bisschop, aan een pastoor als haar eigen herder is toevertrouwd".Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 515. § 1 Het is de plaats waar alle gelovigen, door de viering van de zondagse Eucharistie, verzameld kunnen worden. De parochie maakt de Christenen vertrouwd met de gewone vorm waarin het liturgische leven wordt uitgedrukt; zij brengt hen samen in deze viering; zij onderricht hen in de verlossende heilsleer van Christus en beoefent de liefde van de Heer in de werken van barmhartigheid:
Gij kunt thuis niet bidden zoals in de kerk, waar wij met velen zijn, waar wij uit één hart ons gebed naar God richten. Daar is iets meer aanwezig: de eenheid van geest, de eensgezindheid van de zielen, de band van de liefde, de gebeden van de priesters. H. Johannes Chrysostomos, De incomprehensibili Dei natura. 3,6