
15 augustus 1997
Hoewel de voorschriften van de Catechismus-Compendium
Tien Geboden
() toegankelijk zijn voor de rede alleen, zijn zij geopenbaard. Want om een volledige en zekere kennis van de verplichtingen van de natuurwet te verkrijgen had de zondige mensheid behoefte aan deze openbaring:
"Omwille van de verduistering van de rede en de ontsporing van de wil van de mens in de staat van zonde, was een duidelijke verklaring van de geboden van de decaloog noodzakelijk geworden" H. Bonaventura, In libros Sententiarum. 4,37,1,3.
Wij kennen de tien geboden van God door de goddelijke openbaring die ons in de Kerk wordt voorgehouden, en door de stem van ons zedelijk geweten.
Aanwezig in het hart van de persoon, legt het morele geweten Vgl. Rom. 2,14-16 hem op het juiste moment op, het goede te doen en het kwade te mijden. Het beoordeelt ook de concrete keuzen, door de goede te prijzen en de kwade aan te klagen. Vgl. Rom. 1,32 Het getuigt van het gezag van de waarheid met verwijzing naar het hoogste goed waardoor de menselijke persoon wordt aangetrokken en waarvan hij de geboden ontvangt. Wanneer de voorzichtige mens naar het morele geweten luistert, kan hij God horen spreken.