15 augustus 1997
In haar taak van onderricht en toepassing van de christelijke moraal heeft de kerk de toewijding van de herders, de wetenschap van de theologen, de bijdrage van alle Christenen en mensen van goede wil nodig. Het geloof en de praktijk van het Evangelie geven aan ieder een ervaring van "leven in Christus", die hem verlicht en hem in staat stelt de goddelijke en menselijke werkelijkheden te waarderen volgens de Geest van God. Vgl. 1 Kor. 2,10-15 Zo kan de Heilige Geest zich bedienen van de nederigsten om de geleerden en de hoogwaardigheidsbekleders te verlichten.