15 augustus 1997
De Christen vervult zijn roeping in de kerk in gemeenschap met alle gedoopten. Van de Kerk ontvangt hij het Woord van God dat de onderrichtingen bevat van de "Wet van Christus" (Gal. 6, 2). Van de Kerk ontvangt hij de genade van de sacramenten die hem ondersteunt op de "weg". Van de Kerk leert hij het voorbeeld van heiligheid; hij vindt het model en de bron hiervan in de allerheiligste maagd Maria; hij ontwaart die heiligheid in het authentiek getuigenis van hen die ernaar leven; hij ontdekt ze in de geestelijke traditie en in de lange geschiedenis van de heiligen die hem zijn voorgegaan en die de liturgie viert op het ritme van hun feesten en gedenkdagen ("Sanctorale").