• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De mens heeft deel aan de wijsheid en de goedheid van de Schepper. Deze geeft de controle over zijn daden en het vermogen om zichzelf te leiden met het oog op de waarheid en de goedheid. De natuurwet drukt het oorspronkelijke morele besef uit, waardoor het menselijke verstand kan onderscheiden wat goed is en wat kwaad, wat waarheid is en wat leugen:
De natuurwet staat geschreven in de ziel van allen en van ieder afzonderlijk, want ze is gelijk aan de natuurlijke rede die oplegt het goede te doen en die de zonde verbiedt (...). Dit voorschrift van de menselijke rede zou echter geen kracht van wet hebben, als het niet de stem en de vertolker zou zijn van een hogere rede, waaraan onze geest en onze vrijheid ondergeschikt moeten zijn. Paus Leo XIII, Encycliek, Over de menselijke vrijheid, Libertas praestantissimum (20 juni 1888)

De "goddelijke en natuurlijke" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 89. § 1 wet toont de mens de weg die gevolgd moet worden om het goede te doen en zijn doel te bereiken. De natuurwet verwoordt de eerste wezenlijke voorschriften die het morele leven beheersen. Als spil heeft zij het verlangen naar en de onderwerping aan God, bron en rechter van al het goede, en het besef dat iedere mens in de medemens zijn gelijke vindt. Ze wordt in haar voornaamste voorschriften verwoord in de Catechismus-Compendium
Tien Geboden
()
. Deze wet wordt natuurwet genoemd, niet omdat zij zou verwijzen naar de natuur van de redeloze wezens, maar omdat de rede die ze uitvaardigt, eigen is aan de menselijke natuur:

Waar zijn dan toch die gedragsregels neergeschreven als het niet is in het boek van dat licht dat men Waarheid noemt? Daar staat elke rechtvaardige wet geschreven, van daaruit vindt ze haar weg naar het hart van de mens die de gerechtigheid beoefent. De lichtende Waarheid vestigt zich niet in de mens, maar ze drukt haar stempel op hem, zoals een zegelring in was gedrukt wordt, zonder dat het zegel wijkt van de ring. H. Augustinus, Over de Drie-eenheid, De Trinitate. 14,15,21

De natuurwet is niets anders dan het licht van de rede, in ons gestort door God; door haar weten wij wat we moeten doen en wat we moeten vermijden. Dit licht, of deze wet, is door God gegeven bij de Schepping. H. Thomas van Aquino, Dec. Praec.. 1

De natuurwet, aanwezig in het hart van ieder mens en vastgesteld door de rede, is universeel en haar geboden en gezag strekken zich uit over alle mensen. Ze drukt de waardigheid van de persoon uit en bepaalt de grondslag van zijn voornaamste rechten en plichten:
Er bestaat ongetwijfeld een echte wet, dat is de rechte rede; ze stemt overeen met de natuur, die verspreid is bij alle mensen; ze is onveranderlijk en eeuwig; haar voorschriften roepen op tot plichten; haar verbodsbepalingen wenden af van het kwaad. (...) Het is heiligschennis haar door een tegengestelde wet te vervangen; het is verboden ook maar één voorschrift ervan niet toe te passen; niemand is in staat haar helemaal af te schaffen. Cicero, Rep. 3,22,33
De toepassing van de natuurwet varieert sterk; zij kan een bezinning vragen die aangepast is aan de veelheid van levensvoorwaarden, naargelang van de plaatsen, de tijden en de levensomstandigheden. De natuurwet blijft echter bij de verscheidenheid van culturen als het ware een regel die mensen onderling verbindt en die - ondanks onvermijdelijke verschillen - gemeenschappelijke principes voorhoudt.
De natuurwet is onveranderlijk Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 10 en bestendig te midden van alle historische wederwaardigheden; ze blijft bestaan te midden van de stroom van ideeën en zeden en ze steunt de voortgang ervan. De regels die een verwoording van de natuurwet zijn, blijven in essentie geldig. Zelfs als men ze tot in haar principes ontkent, dan nog kan men de natuurwet zelf niet vernietigen of wegnemen uit het hart van de mensen. Zij duikt steeds weer op in het leven van afzonderlijke personen en gemeenschappen:
Diefstal is zeker iets dat door uw wet gestraft wordt, Heer, ja al door de wet die in de harten van de mensen geschreven staat en die zelfs door hun zondigheid niet wordt uitgewist. H. Augustinus, Cong. 2,4,9 (vert. Wijdeveld 70)
Als zeer goed werk van de Schepper geeft de natuurwet een stevig fundament, waarop de mens het huis kan bouwen van de morele gedragsregels die zijn keuzen zullen bepalen. Zij is ook de onmisbare morele basis voor de opbouw van de menselijke gemeenschap. Tenslotte levert de natuurwet de noodzakelijke grondslag voor de burgerlijke wet, die zich met haar verbindt, hetzij door een bezinning die conclusies trekt uit haar principes, hetzij door toevoegingen van het positieve recht.
Niet iedereen ontdekt de voorschriften van de natuurwet op heldere en onmiddellijke wijze. In de huidige toestand heeft de zondige mens de hulp nodig van de genade en de openbaring, opdat de religieuze en morele waarheden ingezien kunnen worden "door allen en zonder moeilijkheid, met een vaste zekerheid en zonder vermenging met dwaling". H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Afsluitende H. Mis - WYD Toronto 2002 (28 juli 2002), 3.4 De natuurwet biedt aan de geopenbaarde wet en aan de genade een basis, voorbereid door God en afgestemd op de werkzaamheid van de Geest.

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test