15 augustus 1997
Participatie is de vrijwillige en edelmoedige deelname van de persoon aan het sociale leven. Het is nodig dat allen participeren, ieder volgens de plaats die hij inneemt en de rol die hij speelt, om het algemeen welzijn te bevorderen. Die plicht vloeit voort uit de waardigheid van de menselijke persoon.
Participatie komt allereerst tot stand op die vlakken waar men persoonlijke verantwoordelijkheid heeft: de mens neemt deel aan het welzijn van de anderen en van de gemeenschap door de zorg voor de opvoeding van zijn gezin en door zijn gewetensvolle arbeid. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 43
Burgers moeten zoveel mogelijk actief deelnemen aan het openbaar leven . De vormen van deze participatie kunnen verschillen van land tot land, van cultuur tot cultuur. "Die handelwijze moet geprezen worden bij de volkeren, waar een zo groot mogelijk deel van de burgers in echte vrijheid deelneemt aan het behartigen van de openbare staatsaangelegenheden". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 31. § 3
De deelname van allen bij het tot stand brengen van het algemeen welzijn veronderstelt - zoals elke ethische plicht - een voortdurend hernieuwde bekering van de sociale partners. Fraude en andere duistere praktijken waardoor sommigen zich aan de wet en aan voorschriften van het sociale leven onttrekken, moeten met kracht veroordeeld worden, want ze druisen in tegen de eisen van de rechtvaardigheid. Men moet zich richten op de bevordering van instellingen die de levensvoorwaarden van de mensheid verbeteren. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 30. § 1
Het is de taak van hen die het gezag uitoefenen, om de waarden te versterken die het vertrouwen van de leden van de groep opwekken en die hen aanzetten om zich ten dienste te stellen van hun medemensen. Participatie begint bij de . . dat het opvoeding en de cultuur. "Terecht kunnen wij ervan overtuigd zijn, toekomstig lot van de mensheid gelegen is in de handen van hen, die erin slagen aan de komende generaties motieven te geven om te leven en om te hopen". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 31. § 3