15 augustus 1997
De menselijke afhankelijkheid wordt steeds sterker. Inmiddels omvat ze de hele wereld. De eenheid van de menselijke gemeenschap, samengesteld uit mensen met een gelijke natuurlijke waardigheid, houdt in dat er een universeel algemeen welzijn is. Dit gegeven vraagt om een organisatie van de gemeenschap van de naties, die in staat is in de verschillende noden van de mensen te voorzien, zowel voor het sociale terrein (voeding, gezondheid, opvoeding...) als voor sommige bijzondere noodsituaties die zich op een of andere plaats kunnen voordoen (b.v.: noodzakelijke verzorging van de algemene groei van ontwikkelingslanden, hulp in de ellendige situatie van vluchtelingen die over de hele wereld verspreid zijn, zorg voor emigranten en hun gezinnen)". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 84. § 2