15 augustus 1997
Deze praktijken liggen in het verlengde van het liturgisch leven van de Kerk, maar ze zijn er geen vervanging van: "Men moet rekening houden met de liturgische tijden en deze oefeningen zo inrichten dat zij in harmonie zijn met de heilige liturgie, in zekere zin uit de liturgie voortkomen en het volk de weg wijzen naar de liturgie, die immers door haar aard hoog boven deze oefeningen uitsteekt". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 13. vert. uit Lat.