• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Men spreekt van exorcisme, wanneer de kerk publiek en gezagvol in naam van Jezus Christus vraagt dat een persoon of een voorwerp beschermd mag worden tegen de greep van de Boze en aan zijn macht onttrokken zal zijn. Jezus zelf heeft het toegepast. Vgl. Mc. 1, 25. e.v. Ook de macht en de taak van de kerk om exorcisme toe te passen, komen van Jezus zelf. Vgl. Mc. 3, 15 Vgl. Mc. 6, 7.13 Vgl. Mc. 16, 17 In eenvoudige vorm wordt het exorcisme toegepast bij de viering van het Doopsel. Het plechtige, zogenaamde "grote exorcisme" mag alleen door een priester en met verlof van de bisschop worden uitgeoefend. Men moet hier met voorzichtigheid te werk gaan door de regels die door de Kerk vastgelegd zijn, strikt te onderhouden. Het exorcisme is bedoeld om duivels uit te drijven of om iemand te bevrijden van demonische overheersing, uit kracht van het geestelijk gezag dat Jezus aan zijn Kerk heeft toevertrouwd. De situatie ligt heel anders wanneer er sprake is van een ziekte, vooral een psychische ziekte. De behandeling daarvan valt onder de medische wetenschap. Voordat men een exorcisme uitspreekt, is het dus belangrijk na te gaan of het wel om een aanwezigheid van de duivel en niet om een ziekte gaat. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1172

Alinea's in de marge van alinea 1673

De komst van het koninkrijk van God betekent de nederlaag van het rijk van de Satan: Vgl. Lc. 8, 26-39 "Maar als Ik door de geest Gods de duivels uitdrijf, dan is inderdaad het rijk Gods tot u gekomen" (Mt. 12, 28). De duiveluitdrijvingen (exorcismen) van Jezus bevrijden mensen uit de macht van de demonen. Vgl. Lc. 8, 26-39 Zij lopen vooruit op de grote overwinning van Jezus op "de vorst dezer wereld" Vgl. Joh. 12, 31 . Het is door het kruis van Christus dat het rijk Gods definitief gevestigd zal worden, dat "God vanaf het hout regeert". Hymne "Vexilla regis", vert. Getijdenboek blz. 743-745
De macht van de Satan is echter niet oneindig. Hij is maar een schepsel, machtig op grond van het feit dat hij louter geest is, maar nog altijd een schepsel: hij kan de grondvesting van het rijk van God niet verhinderen. Hoewel Satan in de wereld werkzaam is uit haat jegens God en zijn rijk in Jezus Christus, en zijn handelen zware schade toebrengt - van geestelijke en zelfs indirect van fysieke aard - aan iedere mens afzonderlijk en aan de maatschappij in haar geheel, wordt dit handelen toegelaten door de goddelijke voorzienigheid, die met kracht en met zachte hand de geschiedenis van de mens en de wereld leidt. Het toelaten door God van het handelen van de duivel is een groot mysterie, maar "wij weten dat God in alles het heil bevordert van die Hem liefhebben" (Rom. 8, 28).

Aangezien het Doopsel de bevrijding betekent van de zonde en van de duivel die ertoe aanzet, spreekt men over de dopeling een (of verschillende) exorcisme(n) uit. Hij wordt gezalfd met de olie van de geloofsleerlingen of de celebrant legt hem de handen op, en hij verzaakt uitdrukkelijk aan de Satan. Na deze voorbereiding kan hij het geloof van de Kerk belijden waaraan hij zal worden "toevertrouwd" door het Doopsel. Vgl. Rom. 6, 17

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test