15 augustus 1997
In vele landen komen gemengde huwelijken (tussen een katholiek en een gedoopte niet-katholiek) vrij vaak voor. Zij vragen bijzondere aandacht van de echtgenoten en zielzorgers; de huwelijken waar sprake is van een verschil in eredienst (tussen een katholiek en een niet-gedoopte) verlangen een nog grotere omzichtigheid.
Het verschil in confessie tussen de echtgenoten is geen onoverkomelijke hindernis voor het huwelijks mits beiden met elkaar weten te delen wat elk in zijn eigen gemeenschap heeft ontvangen en zij van elkaar leren hoe zij hun trouw aan Christus beleven. Men moet echter de moeilijkheden bij gemengde huwelijken niet onderschatten. Die komen voort uit het feit dat de verdeeldheid onder de christenen nog niet overwonnen is. De echtgenoten lopen het gevaar de weerslag van het drama van de verdeeldheid onder de christenen in hun eigen gezin te ondervinden. Het verschil in eredienst kan de moeilijkheden nog vergroten. Verschil van mening over het geloof, verschil in opvattingen over het huwelijk zelf, maar ook het verschil in godsdienstige mentaliteit kunnen in het huwelijk een bron van spanningen zijn voornamelijk bij de opvoeding van kinderen. Men kan dan verleid worden tot godsdienstige onverschilligheid.
Voor een geoorloofd gemengd huwelijk is volgens het recht dat in de Latijnse Kerk van kracht is de uitdrukkelijke toestemming van het kerkelijk gezag nodig. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1124 In geval van verschil in eredienst is voor de geldigheid van het huwelijk een uitdrukkelijke dispensatie in het beletsel vereist. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1086 Deze toestemming of dispensatie veronderstelt dat beide partijen de doeleinden en wezenlijke eigenschappen van het huwelijk kennen en niet uitsluiten; en ook dat de katholieke partij instemt met de verplichting - waarvan de niet-katholieke partij op de hoogte is gebracht - om het eigen geloof te bewaren en het doopsel en de opvoeding van de kinderen binnen de katholieke Kerk te waarborgen. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1125
Dank zij de oecumenische dialoog hebben in vele streken de betreffende christelijke gemeenschappen een gemeenschappelijke pastorale benadering voor gemengde huwelijken opgezet. Ze heeft tot taak voor deze echtparen een hulp te zijn om hun bijzondere situatie in het licht van het geloof te beleven. Ze moet hen ook helpen de spanningen te overwinnen die kunnen ontstaan vanwege de verplichtingen die de echtgenoten tegenover elkaar en tegenover hun kerkelijke gemeenschappen hebben. Ze moet de ontplooiing van wat de echtgenoten in het geloof gemeenschappelijk hebben en het respect voor wat hen van elkaar scheidt aanmoedigen.
Bij huwelijken met verschil in eredienst heeft de katholieke partij een bijzondere taak; want "met de vrouw is de niet-gelovige man geheiligd en met de man de niet-gelovige vrouw" (1 Kor. 7, 14). Het is een grote vreugde voor de christelijke partij en voor de kerk wanneer deze "heiliging" leidt tot een vrijwillige bekering van de andere partij tot het christelijk geloof. Vgl. 1 Kor. 7, 16 Oprechte huwelijksliefde, de nederige en geduldige beleving van de familiale deugden en het volhardend gebed kunnen de niet-gelovige partner erop voorbereiden de genade van de bekering te ontvangen.