
15 augustus 1997
Niemand kan rechten laten gelden om het Wijdingssacrament te ontvangen. Niemand kan zich inderdaad deze taak aanmatigen. Men wordt ertoe geroepen door God. Vgl. Heb. 5, 4 Hij die meent de tekenen van een roeping door God tot het gewijde ambt te onderkennen, moet in alle nederigheid zijn verlangen voorleggen aan het gezag van de Kerk, waaraan de verantwoordelijkheid en het recht toekomt iemand te roepen de wijding te ontvangen. Zoals elke genadegave kan ook dit Sacrament slechts als een onverdiende gave ontvangen worden.