CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Wanneer de heilige Petrus belijdt dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God, dan verklaart Jezus dat "niet vlees en bloed" hem dit geopenbaard hebben, "maar zijn Vader die in de hemel is" (
Mt. 16, 17).
Vgl. Gal. 1, 15
Vgl. Mt. 11, 25
Het geloof is een gave van God, een bovennatuurlijke deugd, door Hem ingestort. "Wil de mens deze geloofsdaad kunnen stellen, dan is Gods voorkomende en helpende genade nodig en de innerlijke bijstand van de heilige Geest, die het hart moet bewegen en het tot God moet keren, die de ogen van de geest moet openen en 'aan allen smaak moet geven om met de waarheid in te stemmen en erin te geloven"'.
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 5. vert. uit Lat.