
15 augustus 1997
In gevallen van ernstige noodzaak kan men zijn toevlucht nemen tot een gemeenschappelijke viering van de verzoening met algemene belijdenis en absolutie. Zo'n ernstige noodzaak kan zich voordoen in geval van stervensgevaar zonder dat er genoeg tijd beschikbaar is voor de priester(s) om van elke boeteling de biecht te horen. Ernstige noodzaak kan ook bestaan wanneer met het oog op het aantal boetelingen niet genoeg biechtvaders beschikbaar zijn om binnen redelijke tijd en op passende wijze ieders persoonlijke biecht te kunnen horen, zodat deze boetelingen buiten hun schuld lange tijd verstoken zouden blijven van de genade van dit sacrament of van de heilige communie. In dit geval is het voor de geldigheid van de absolutie nodig dat de gelovigen het voornemen maken op de gepaste tijd hun zware zonden individueel te belijden. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 962. § 1 Het komt aan de plaatselijke bisschop toe te oordelen of de vereiste voorwaarden voor de algemene absolutie bestaan. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 961. § 2 Van een dergelijke ernstige noodzaak is geen sprake bij een grote toeloop van gelovigen bij een groot feest of een bedevaart. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 961. § 1
Wanneer naar het oordeel van de ordinaris een ernstige nood ertoe dwingt, kunnen katholieke bedienaars de Sacramenten (Eucharistie, Boete, Ziekenzalving) toedienen aan andere Christenen die niet in volledige gemeenschap met de katholieke Kerk leven, als zij er uit eigen beweging om vragen: zij moeten het katholieke geloof betreffende deze Sacramenten beamen en de juiste gesteltenis bezitten. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 844. § 4