15 augustus 1997
De verering van de Eucharistie. In de misliturgie drukken wij ons geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus onder de gedaanten van brood en wijn onder andere uit door te knielen of door een diepe buiging te maken als teken van aanbidding. "De katholieke Kerk kent deze eredienst van aanbidding toe aan het Sacrament van de Eucharistie, niet alleen gedurende de mis, maar ook buiten deze viering. Met de grootste zorg bewaart zij de geconsacreerde hosties, biedt zij ze de christengelovigen ter plechtige verering aan en draagt zij ze in processie rond". H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965), 56. vert. uit Lat.
Het tabernakel was eerst bedoeld om op waardige wijze de Eucharistie (de heilige Reserve) te bewaren opdat zij, buiten de mis, gebracht zou kunnen worden naar de zieken en afwezigen. Door de verdieping van het geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in zijn Eucharistie heeft de Kerk de zin ontdekt van de stilzwijgende aanbidding van de Heer, aanwezig onder de eucharistische gedaanten. Daarom moet het tabernakel een bijzonder waardige plaats krijgen in het kerkgebouw; het moet zodanig gemaakt zijn dat het de waarheid van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het heilig Sacrament onderstreept en zichtbaar maakt.
Het is uitermate passend dat Christus op deze unieke wijze aanwezig wilde blijven voor zijn Kerk. Omdat Christus in zichtbare gestalte de zijnen zou verlaten, wilde Hij ons zijn sacramentele tegenwoordigheid geven; daar Hij zichzelf zou opofferen aan het kruis om ons te redden, wilde Hij ons de gedachtenis toevertrouwen van zijn liefde, waarmee Hij ons heeft bemind "tot het uiterste toe" (Joh. 13, 1), tot het geven van zijn leven. In zijn Eucharistische aanwezigheid blijft Hij inderdaad op mysterievolle wijze onder ons als Degene die ons bemind heeft en zich voor ons heeft overgeleverd, Vgl. Gal. 2, 20 en Hij blijft het onder de tekenen welke deze liefde uitdrukken en meedelen:
De Kerk en de wereld hebben de verering van de Eucharistie hard nodig. Jezus wacht op ons in dit Sacrament van de liefde. Laten wij niet zuinig zijn met onze tijd als het erom gaat bij Hem samen te komen in aanbidding, in een beschouwend gebed vol geloof en erop gericht de zware schulden en misdaden van de wereld goed te maken. Dat onze aanbidding toch nooit ophoude. H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Het Mysterie en de Eredienst van de Heilige Eucharistie - Brief aan de Bisschoppen bij gelegenheid van Witte Donderdag 1980, Dominicae Cenae (24 feb 1980), 3. (vert. Stichting Verkondiging Roermond)
"Dat in dit Sacrament het echte lichaam en het echte bloed van Christus tegenwoordig zijn, 'kan men niet te weten komen met de zintuigen', zegt de heilige Thomas, 'maar alleen door het geloof dat steunt op het gezag van God'. En daarom zegt de heilige Cyrillus in zijn commentaar op Lucas 22,19: 'Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt': 'Vraag u niet af of dit wel waar is, maar neem liever gelovig de woorden van de Verlosser aan; want omdat Hij de waarheid is, liegt Hij niet"'. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III,75,1 Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965), 1. geciteerd door Paulus VI (vert. Adoro Te, G. van der Leeuw)
U bid ik aan in overgave, godheid ongezien
die waarachtig onder deze tekenen schuilt;
u geeft zich mijn harte over heel en al,
immers u aanschouwend schiet het al te kort.Zien, smaken en tasten falen hier bij u,
veilig brengt hier enkel 't horen tot geloof.
ik geloof in al wat Gods zoon heeft gezegd:
niets is meer waarachtig dan der waarheid woord.
Omdat Christus zelf in het Sacrament van het altaar aanwezig is, moeten wij Hem met een eredienst van aanbidding eren. "Het bezoek aan het allerheiligste Sacrament is een bewijs van dankbaarheid, een teken van liefde en een plicht van aanbidding jegens Christus onze Heer". H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965), 66. vert. uit Lat.