15 augustus 1997
De Eucharistie is dus een offer, omdat zij het kruisoffer tegenwoordig stelt, omdat zij er de gedachtenis van is en er de vruchten van toepast:
(Christus), onze God en Heer, heeft zich eens voor altijd aan God de Vader opgedragen door voor ons te sterven op het altaar van het kruis, om voor hen (de mensen) eeuwige verlossing te bewerken. Daar echter zijn dood niet het einde van zijn priesterschap mocht betekenen (Heb. 7, 24.27), wilde Hij tijdens het laatste avondmaal, "in de nacht waarin Hij werd overgeleverd" (1 Kor. 11, 23), aan de Kerk, zijn geliefde bruid, een zichtbaar (zoals de menselijke natuur het vereist) offer nalaten. Hierdoor wordt het bloedige offer, dat Hij eens en voor goed op het kruis moest brengen, tegenwoordig gesteld, blijft de gedachtenis ervan tot aan het einde van de tijden bewaard en wordt de heilzame werking ervan toegepast op de vergeving van de zonden, die wij dagelijks begaan. Concilie van Trente, 22e Zitting - Over het allerheiligst Misoffer, Sessio XXII - Doctrina de sanctissimo Missae sacrificio (17 sept 1562), 3. vert. uit Lat.
Het offer van Christus vormt met het offer van de eucharistie één enkel offer: "De offergave is een en dezelfde: door het priesterlijk dienstwerk offert nu dezelfde die eertijds aan het kruis zichzelf ten offer opdroeg; alleen de wijze van offeren is verschillend" Concilie van Trente, 22e Zitting - Over het allerheiligst Misoffer, Sessio XXII - Doctrina de sanctissimo Missae sacrificio (17 sept 1562), 6: "En omdat in dit goddelijk offer dat tijdens de Mis voltrokken wordt, is dezelfde Christus, die zichzelf eenmaal op het altaar van het kruis op bloedige wijze offerde, aanwezig en wordt Hij op onbloedige wijze geofferd". Concilie van Trente, 22e Zitting - Over het allerheiligst Misoffer, Sessio XXII - Doctrina de sanctissimo Missae sacrificio (17 sept 1562), 6