15 augustus 1997
Op het Gebed des Heren en het breken van het brood volgt de communie, waarin de gelovigen "het brood uit de hemel" en "de beker van het heil" ontvangen, het lichaam en bloed van Christus die zich heeft overgeleverd "ten bate van het leven der wereld" (Joh. 6, 51):
Omdat dit brood en deze wijn, volgens de aloude uitdrukking, "tot Eucharistie gemaakt" (eucharisteithentos) zijn, H. Justinus, Eerste apologie, Apologia contra Antoninus Pius. 1,65 "draagt dit voedsel bij ons de naam Eucharistie. Niemand anders mag hieraan deelhebben dan hij die gelooft dat onze leer waar is, die gedompeld is in het bad tot vergeving van de zonden en tot wedergeboorte, en die leeft volgens de voorschriften van Christus". H. Justinus, Eerste apologie, Apologia contra Antoninus Pius. 1,66, vert. uit Lat.