
15 augustus 1997
Hierdoor bewerkt het Vormsel een groei en verdieping van de doopgenade:
Herinner u dan ook dat gij het zegel van de Geest ontvangen hebt: de geest van wijsheid en inzicht, de geest van beleid en sterkte, de geest van kennis en ontzag voor God de Heer, de geest van heilige vrees, en bewaar wat gij ontvangen hebt. God de Vader heeft in u het zegel gedrukt en Christus de Heer heeft u gesterkt en u de Geest als onderpand in uw hart gelegd. H. Ambrosius van Milaan, De Mysteriis. 7,42: PL 16, 402-403; vert. Getijdengebed Lect. I,6,132