15 augustus 1997
Laten wij, zoals op de dag van ons Doopsel, toen heel ons leven "aan de beginselen van de leer" (Rom. 6, 17) werd toevertrouwd. het symbolum van ons leven schenkend geloof ontvangen. Het gelovig bidden van het Credo betekent in contact treden met God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, het betekent ook in contact treden met heel de Kerk die ons het geloof overlevert en waarbinnen wij geloven.
"Deze geloofsbelijdenis is het geestelijk zegel, het is de overdenking van ons hart en de voortdurend aanwezige hoedster, het is stellig de schat van onze ziel". H. Ambrosius van Milaan, Explanatio Symboli. 1, vert. uit Lat.
De kinderen van onze moeder de heilige Kerk hopen terecht op de genade van de volharding ten einde toe en de beloning door God, hun Vader, voor de goede werken die ze hebben volbracht met zijn genade in gemeenschap met Jezus. Vgl. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 56. DS 1576 Levend volgens dezelfde leefregel delen alle gelovigen in de "gelukzalige hoop" van hen die door de goddelijke barmhartigheid verzameld worden in "de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, die van God uit de hemel neerdaalt, gekleed als een bruid die zich Voor haar man heeft getooid" (Openb. 21, 2).