
15 augustus 1997
Het altaar van het Nieuwe Verbond is het kruis van de Heer, Vgl. Heb. 13, 10 waaraan de sacramenten van het Paasmysterie ontspringen. Op het altaar, dat het centrum van de kerk is, wordt onder sacramentele tekenen het kruisoffer tegenwoordig gesteld. Het is ook de tafel des Heren, waaraan het Volk van God wordt uitgenodigd. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 259 In bepaalde oosterse liturgieën is het altaar ook het symbool van het graf (Christus is waarlijk gestorven en waarlijk verrezen).
Het altaar waaromheen de Kerk bij de viering van de Eucharistie verzameld wordt, vertegenwoordigt de twee aspecten van een zelfde mysterie: het offeraltaar en de tafel van de Heer; te meer omdat het christelijk altaar het symbool is van Christus zelf te midden van de vergadering van de gelovigen, tegelijk aanwezig als slachtoffer dat opgedragen wordt voor onze verzoening, en als hemels voedsel dat ons gegeven wordt. "Wat is immers het altaar van Christus anders dan het beeld van het lichaam van Christus?" zegt de heilige Ambrosius; H. Ambrosius van Milaan, Boek, Over de Sacramenten, De Sacramentis (1 jan 387). 5,7, vert. uit Lat. en elders: "Het altaar stelt het lichaam (van Christus) voor, en het lichaam van Christus bevindt zich op het altaar".H. Ambrosius van Milaan, Boek, Over de Sacramenten, De Sacramentis (1 jan 387). 4,7, vert. uit Lat. De liturgie drukt deze eenheid van het offer en de communie in tal van gebeden uit. Zo bidt de Kerk van Rome in haar anafora:
Zend dan uw engel, machtige God,
om deze gaven en gebeden op te dragen
naar het altaar van uw heerlijkheid
wij bidden U, dat wij die gemeenschap vieren van deze tafel
en delen in het Lichaam van uw Zoon
en in zijn Bloed,
van U gezegend zullen zijn
vol van genade. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Eucharistisch gebed 1, "Supplices te rogamus", vert. Altaar missaal (NL). blz. L-LI; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B) 265